Bodemlucht – O2 en CO2

Een gezond wortelstelsel heeft zuurstof (O2) nodig voor de verbranding van suikers die gevormd worden door de bladeren tijdens de fotosynthese (zie Fysiologie van bladeren). De energie die daarbij vrijkomt, is noodzakelijk voor wortelgroei en voor essentiële functies zoals de opname van mineralen en voor allerlei celprocessen. Koolstofdioxide (CO2) is een bijproduct van de verbranding. De conditie van de wortels is dus rechtstreeks afhankelijk van de hoeveelheid lucht in de bodem, zijn kwaliteit (vooral het O2-gehalte) en de transportmogelijkheden door de bodem om zuurstof aan te voeren en koolstofdioxide af te voeren.

In onverstoorde en onverdichte bodems daalt het O2-gehalte van de bodemlucht, zelfs 1 m onder het maaiveld, zelden onder 18%. Het CO2-gehalte is er nooit groter dan 2%. Door de wortelademhaling in de bodem is het O2-gehalte er altijd lager en het CO2-gehalte hoger dan in de atmosfeer. Ter vergelijking: in de atmosfeer zijn deze concentraties respectievelijk 21% en 0,03%. Onder verharding kan door een gebrekkig gastransport het O2-gehalte dalen tot 4% en het CO2-gehalte stijgen tot meer dan 15%. Niet alleen kan het O2-gehalte de wortelgroei afremmen, ook een overmaat aan CO2 kan problemen geven. In de praktijk blijkt dat het zuurstoftekort al problematisch wordt lang voordat het CO2-gehalte bedreigend wordt (een CO2-gehalte hoger dan 6% kan problemen met de wortelontwikkeling geven). Vanaf welke O2-concentratie wortelgroei belemmerd wordt, is moeilijk te bepalen. De zuurstofvraag van boomwortels en bodemorganismen schommelt namelijk sterk. Lagere temperaturen zorgen voor een hogere tolerantie voor zuurstoftekort. In de winter is de zuurstofvraag dus veel kleiner dan in het groeiseizoen. Bovendien is de ene boomsoort veel toleranter voor lage zuurstofconcentraties dan andere. Zo zijn loofbomen meestal toleranter voor zuurstoftekort dan coniferen. Soorten zoals wilg, populier en els zijn bijvoorbeeld zeer tolerant voor zuurstoftekort, zeker in de winter. Dan kunnen ze weken of zelfs maanden een zuurstofloze situatie overleven, bijvoorbeeld bij overstromingen. Andere soorten zoals esdoorn of beuk, zijn dan weer heel gevoelig voor zuurstoftekort. Globaal gezien vermindert wortelgroei vanaf zuurstofconcentraties onder 10%, terwijl wortelgroei stilvalt bij zuurstofconcentraties lager dan 3%. Als de wortelgroei vertraagt of stopt door zuurstoftekort, is er een verminderde water- en mineralenopname. Daardoor wordt ook de fotosynthese gereduceerd en gaat de boom verwelken. De symptomen zijn dus dezelfde als bij watertekort.

Het zuurstofgehalte van de bodem kan bepaald worden met een zuurstofmeter. Het zuurstofgehalte in de bodem is onderhevig aan schommelingen in het groeiseizoen. Daarom wordt het best een serie van metingen op verschillende tijdstippen uitgevoerd.

Op zoek naar deskundig advies over het onderhoud of de verzorging van je bomen?
Of ben je van plan om bomen te vellen maar vraag je je af hoe je dit het beste aanpakt?

Neem vandaag nog contact op met Curabo, de boomverzorger van Limburg en omstreken.